Corona en verpleeghuis

CORONA EN VERPLEEGHUIS

 

Vorig jaar heb ik een aantal blogs geschreven over de corona tijd toen in het verpleeghuis in combinatie met mensen die dementie hebben. Hoe heerlijk het kan zijn om met alle raadsels en moeilijkheden van het leven, te mogen zorgen voor mensen die in hun eigen “dementie bubbel” leven. Hoe ik daar tot rust kwam omdat de harde werkelijkheid lang niet altijd door drong omdat er gewoonweg geen plaats was voor Corona in de bubbel van dementie.

 

We zijn nu een jaar verder en nog steeds ga ik graag naar mijn werk. Maar er is wel veel veranderd in dat jaar. De eerste tijd kregen we veel aandacht van allerlei instanties en werden we verwend met extra aandacht door spontane optredens, kaarten en cadeautjes. Daar is nagenoeg niets meer van over, al heb ik daar ergens ook weer wel begrip voor. Het wordt voor iedereen zwaar en het duurt nu ook al zo lang, iedereen is wat meer op zichzelf gericht om het hoofd boven te kunnen houden.

 

Het werken valt me, nu een jaar later, veel zwaarder. Eerst probeer je uit alle macht om zoveel mogelijk het nieuws van de boze buitenwereld ook buiten de woning te houden. Maar met het verstrijken van de tijd en de voortdurende spanningen en angst om een uitbraak, ontkomt je er niet aan dat dit toch op de een of andere manier in de sfeer van de woning gaat “hangen”. En ondanks dat we tot nu toe geen besmettingen hebben gehad onder de bewoners, is de angst hiervoor een zware last op mijn schouders geworden. Het is heel moeilijk om belevingsgerichte zorg te verlenen wanneer er een heleboel niet mag en niet kan.

 

Het is heel moeilijk om te zien dat bij het voeren van campagne voor de verkiezingen, partijleiders zonder mondkapje, publiekelijk knuffelen, geen afstand houden, alle corona maatregelen met voeten getreden worden, wij hier in het verpleeghuis bezoekers moeten weigeren wanneer de dag limiet wordt overschreden. Het is moeilijk te plaatsen dat grote winkels 50! klanten per dag mogen ontvangen en wij hier in het verpleeghuis niet eens van de afdeling af kunnen om een activiteit te bezoeken of een kopje koffie te drinken met een handjevol mensen in het Grand café wat zich binnen de instelling bevind. Al een jaar blijven de bewoners op een paar vierkante meters om nergens naar toe te kunnen en mogen. We doen ons best, zeker wel, en naar buiten om te wandelen mag altijd, alleen is daar de mankracht dan weer niet voor om dit met alle bewoners te kunnen doen.

 

En ondanks dat we proberen de stemming erin te houden, merk ik bij mezelf een hevige vermoeidheid, om steeds maar het hoofd te bieden aan alles wat te maken heeft met het beest wat Corona heet. Het is te hopen dat het echt niet meer te lang duurt, ik snak ernaar om weer die zorg te kunnen verlenen die naadloos past bij iedere bewoner op zich. Tijd, aandacht, afleiding, activering nabijheid, liefdevolle zorg enz. zonder mondmasker, en allerlei andere plastic laagjes zonder beperkingen in sociaal en maatschappelijk leven om zonder beperkingen van elkaar te mogen genieten zolang ze de tijd nog gegeven is.

 

Nog even volhouden wordt een wat loze kreet al besef ik maar al te goed dat opgeven geen optie is. Werken in de zorg doe je met je hart en bewoners kan ik niet in de steek laten door het op te geven. Voor hen hou ik het vol, en wanneer ik een dag of avonddienst gehad heb, en ik een tijdje in hun wereld heb mogen verblijven, herpak ik steeds mezelf weer om vol dankbaarheid te bedenken dat wanneer ik dit “werk” niet zou mogen doen, ik nergens zou zijn. Ik heb hun wereld af en toe nodig om de "echte" wereld het hoofd te kunnen bieden.

 

Wat mooi toch, de bewoners zijn in veel dingen afhankelijk van mij en mijn collega’s, maar ik ben ook afhankelijk van de bewoners! Zo houden we elkaar in evenwicht.